voordringer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: voordringer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- voor·drin·ger
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van voordringen met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voordringer | voordringers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de voordringer m
- iemand die niet zijn of haar beurt afwacht, maar voor zijn beurt gaat
- Bij de kassa werd de voordringer door een andere klant terug naar achteraan in de rij gestuurd.
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord 'voordringer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.