voorbijvliegen
- voor·bij·vlie·gen
- samenstelling van voorbij en vliegen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
voorbijvliegen |
vloog voorbij |
voorbijgevlogen |
klasse 2 | volledig |
voorbijvliegen [1]
- onovergankelijk snel voorbijgaan (al dan niet vliegend)
- Het woord voorbijvliegen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ 2,0 2,1 Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers