• voor·bij·ge·vlo·gen
vervoeging van: voorbijvliegen…
verbogen vorm: voorbijgevlogene

voorbijgevlogen

  1. voltooid deelwoord van voorbijvliegen
     De eerste vijf maanden waren probleemloos voorbijgevlogen, maar nu mijn thuiskomst naderde was hij er wel klaar mee, papa moest naar huis komen.[1]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers