volwasmonteur
- vol·was·mon·teur
- samenstelling van volwassen bn en monteur zn
- uit het Surinaams - Nderlands
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | volwasmonteur | volwasmonteurs |
verkleinwoord |
de volwasmonteur m
- (beroep) monteur met een afgeronde opleiding
- ▸ Ben jij op zoek naar een job in de techniek die bij jou past? Schrijf je dan nu in bij Tecpoint Personeels-bemiddeling! Van leerling tot volwas monteur en van werkvoorbereider/calculator tot projectleider; het team van Tecpoint gaat graag voor jou op zoek naar de baan waarin jij je thuis voelt![1]
- Het woord volwasmonteur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “Informatie”, tecpoint