• vol·tan·ken

voltanken

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
voltanken
tankte vol
volgetankt
zwak -t volledig
  1. een brandstoftank helemaal vullen met brandstof
     Buiten Lviv staat bij een benzinestation een lange rij vrachtwagens. "Ik heb vannacht bij een ander station geslapen en vier uur gewacht", zegt een chauffeur, maar dat bleek tevergeefs. Hij hoorde dat hier wel diesel geleverd zou worden. Verderop staat een tankauto met een nieuwe levering. Zonder diesel ligt alles stil, zegt hij. Nog even en hij kan weer verder. Vrachtwagens mogen gewoon voltanken.[1]
     De afgelopen weken vonden er zogenoemde wet dress rehearsals plaats. Dat zijn als het ware generale repetities, waarbij de raket niet echt wordt gelanceerd. Tijdens die oefening wordt de SLS volgetankt en vlak voordat de motoren ontbranden, wordt de stekker uit de lancering getrokken.[2]
  1.   Weblink bron “Oorlog verslaan in Oekraïne: nog maar 5 liter benzine” (Woensdag 4 mei 2022), NOS
  2.   Weblink bron “NASA is klaar met uitvoeren van tests met maanraket” (27 juni 2022), NU.nl