Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voert uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitvoeren

voert (…) uit

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvoeren
    • Jij voert uit. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvoeren
    • Hij voert uit. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitvoeren
    • Voert uit! 

Gangbaarheid