• voer in
vervoeging van
invaren

voer in

  1. enkelvoud verleden tijd van invaren
    • Ik voer in. 
    • Jij voer in. 
    • Hij, zij, het voer in. 
vervoeging van
invoeren

voer in

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van invoeren
    • Ik voer in. 
  2. gebiedende wijs van invoeren
    • Voer in! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van invoeren
    • Voer je in?