Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voed·sel·prijs
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord voedselprijs voedselprijzen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de voedselprijsm

  1. de hoeveelheid geld die men voor voedingswaren in het algemeen moet betalen
     Al dat eten stuurde ik vervolgens in zeven verschillende postdozen naar mezelf vooruit, omdat de trail alleen maar door de wildernis trok en de voedselprijzen erg hoog waren in de gehuchten waar ik af en toe langs zou komen.[1]
     De voedselprijzen in de wereld zijn in de maand juli met 10 procent gestegen. Dat blijkt uit cijfers van de Wereldbank die donderdag zijn gepubliceerd.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2.   Weblink bron “Voedselprijs stijgt in één maand met 10 procent” (31 augustus 2012), Het Parool