voedselkwaliteit

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  voedselkwaliteit    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• voed·sel·kwa·li·teit

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  voedsel zn  en  kwaliteit zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	voedselkwaliteit	voedselkwaliteiten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de voedselkwaliteit v

1. eigenschappen van voeding die betrekking hebben op de veiligheid om het te consumeren en de manier waarop het geproduceerd is

   ▸ Nertsenfokkerijen die besmet zijn met corona, worden geruimd. De eerste besmetting op een nertsenfokkerij was van eind april. Half mei bleken ook mensen besmet door nertsen. Waarom is nu pas besloten om te ruimen? Minister Carola Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit is te gast.

   ▸ Er zijn inderdaad "verschillende reacties", zegt Pim Visser, die als voorzitter van Visned aan de onderhandelingstafel zat. "Maar niet iedereen heeft alle informatie." Visser wijst op de zogenoemde 'Kottervisie' waar op het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit nog aan gewerkt wordt.

Gangbaarheid

• Het woord voedselkwaliteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.