• vocht in
vervoeging van
invechten

vocht (...) in

  1. enkelvoud verleden tijd van invechten
    • Ik vocht in. 
    • Jij vocht in. 
    • Hij, zij, het vocht in. 
vervoeging van
invochten

vocht (...) in

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van invochten
  2. gebiedende wijs van invochten