invechten
- in·vech·ten
- samenstelling van in en vechten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
invechten |
vocht in |
ingevochten |
klasse 3 | volledig |
invechten
- wederkerend zich ~: met moeite ergens binnen proberen te komen
- Het woord invechten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "invechten" herkend door:
71 % | van de Nederlanders; |
52 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be