vluchtelingenverkeer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vluch·te·lin·gen·ver·keer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vluchteling zn en verkeer zn met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vluchtelingenverkeer | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het vluchtelingenverkeer o
- de bewegingen van mensen die gevlucht zijn uit hun oorspronkelijke woonplaats
- ▸ Het kasteel was afgelegen genoeg en blijkbaar had de Noorse staat het gekocht om het te veranderen in een soort centrum voor het Noorse vluchtelingenverkeer.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'vluchtelingenverkeer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Blauwe ster” (2016), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628265