Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vlot·tend
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen vlottend vlottender vlottendst
verbogen vlottende vlottendere vlottendste

Bijvoeglijk naamwoord

vlottend

  1. aan verandering onderhevig, onvast
  2. drijvend

Werkwoord

vervoeging van: vlotten
verbogen vorm: vlottende

vlottend

  1. onvoltooid deelwoord van vlotten

Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be