vloerzerk
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vloer·zerk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vloer zn en zerk zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vloerzerk | vloerzerken |
verkleinwoord | vloerzerkje | vloerzerkjes |
Zelfstandig naamwoord
- een grafsteen ingewerkt in de vloer van een kerk
- Jan de Boodt en zijn vrouw Elisabeth werden, zoals vele familieleden, bijgezet onder een vloerzerk in de Sint-Salvatorskerk.
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'vloerzerk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.