Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zerk
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘grafsteen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1265 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord zerk zerken
verkleinwoord zerkje zerkjes

Zelfstandig naamwoord

de zerkv / m

  1. een bewerkte steen waarmee een graf bedekt wordt
    • Er stonden alleen een naam en geboorte- en overlijdensdata op de zerk. 

Gangbaarheid

80 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen