vliegtuigcruise
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vlieg·tuig·cruise
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vliegtuig zn en cruise zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vliegtuigcruise | vliegtuigcruises |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- reis waarmee men met een vliegtuig meerdere steden en plaatsen aandoet
Gangbaarheid
- Het woord vliegtuigcruise staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.