Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vlam·pijp
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vlampijp vlampijpen
verkleinwoord vlampijpje vlampijpjes

Zelfstandig naamwoord

de vlampijpv / m

  1. (werktuigbouwkunde) buis waardoor een gas gevoerd wordt dat aan het uiteinde daarvan verbrandt
  2. (voeding) heet gekruide vleesloempia die als snack wordt genuttigd

Gangbaarheid