• vi·se·son·gar
  • Samenstelling van de Nynorske zelfstandige naamwoorden vise en songar met het achtervoegsel -ar
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   visesongar     visesongaren     visesongarar     visesongarne  

visesongar m

  1. (beroep), (muziek) liedjeszanger