visbal
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vis·bal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vis zn en bal zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | visbal | visballen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de visbal m
- (voeding) bal gemaakt van vis
Gangbaarheid
- Het woord visbal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.