• vin·ter·bu·stad
  • Samenstelling van de Nynorske zelfstandige naamwoorden vinter en bustad
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   vinterbustad     vinterbustaden     vinterbustadar
vinterbustader  
  vinterbustadane
vinterbustadene  

vinterbustad, m

  1. woning waar iemand woont in het winterseizoen