Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ving aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanvangen

ving aan

  1. enkelvoud verleden tijd van aanvangen
    • Ik ving aan. 
    • Jij ving aan. 
    • Hij, zij, het ving aan. 


Gangbaarheid