vijfenzeventigjarige

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vijf·en·ze·ven·tig·ja·ri·ge
Woordherkomst en -opbouw

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord

vijfenzeventigjarige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van vijfenzeventigjarig
    • De vulkaan werd weer actief na een vijfenzeventigjarige periode zonder uitbarstingen. 
Schrijfwijzen
enkelvoud meervoud
naamwoord vijfenzeventigjarige vijfenzeventigjarigen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de vijfenzeventigjarigev / m

  1. levend wezen dat 75 jaar oud is of iets dat 75 jaar bestaat
    • De vijfenzeventigjarige heeft zijn vijf jaar jongere echtgenote tijdens zijn studie in Deventer leren kennen. 
Schrijfwijzen

Gangbaarheid