vierbaans
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vier·baans
Woordherkomst en -opbouw
stellend | |
---|---|
onverbogen | vierbaans |
verbogen |
Bijvoeglijk naamwoord
vierbaans
- (verkeer) het hebben van vier banen
- Hij reed op een vierbaans snelweg.
Gangbaarheid
- Het woord vierbaans staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vierbaans" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
74 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be