viel in
- viel in
vervoeging van |
---|
invallen |
viel in
- enkelvoud verleden tijd van invallen
- Ik viel in.
- Jij viel in.
- Hij, zij, het viel in.
- Ik viel in.
- Het woord viel in staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
invallen |
viel in