vicevoorzitterschap

  • vi·ce·voor·zit·ter·schap
enkelvoud meervoud
naamwoord vicevoorzitterschap vicevoorzitterschappen
verkleinwoord

het vicevoorzitterschapo

  1. het vicevoorzitter zijn
  2. de functie van plaatsvervangend voorzitter
     In 2007 werd hij wederom veroordeeld, dit keer voor bedreiging en belediging. Een jaar later legde hij zijn vicevoorzitterschap van de NPD neer.[1]
     Juncker zegt dat hij na die excuses geen probleem meer heeft met Dijsselbloem. Ook ontkent hij dat hij Dijsselbloem al bij voorbaat afwees als Nederlandse kandidaat voor de Europese Commissie. "Ik heb Rutte gezegd: Nederland krijgt het eerste vicevoorzitterschap van de Commissie als je een kandidaat levert met brede ervaring, breder dan alleen Financiën. En het liefst een vrouw. Toen kwam hij met Timmermans. Een uitstekende keuze."[2]


  1.   Weblink bron “Juncker: Nederlandse partijen te populistisch” (Zaterdag 27 december 2014), NOS