Nederlands

 
viagra
Uitspraak
Woordafbreking
  • vi·a·gra
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘erectiepil’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1998 [1]
  • merknaam voor Sildenafil
enkelvoud meervoud
naamwoord viagra
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de viagram

  1. een medicijn dat onder andere de erectie bij mannen stimuleert
    • Een paar dagen geleden ging de aannemer aan de slag. De Trollpikken werd opgetakeld en weer op de oude plek teruggezet. Momenteel zijn technici bezig om de langwerpige rots met stalen pinnen vast te maken. Een moeilijk maar geen onmogelijk karwei, vertelde de aannemer aan Noorse media. "Wij hebben hoe dan ook de viagra om dit voor elkaar te boksen." Wie verantwoordelijk is voor het beschadigen van de berg is nog onbekend. [2] 
    • Vorige week doorzocht de Douane, in samenwerking met de Inspectie voor de Gezondheidszorg en RIVM, ruim 10.000 pakketjes specifiek op illegale geneesmiddelen. Bij 315 pakketjes was het raak, hierin zaten bijna 50.000 neppillen. De middelen waar we ons het meest voor schamen, werden het vaakst onderschept: viagra, afslankpillen, antibiotica voor soa's en slaap- en kalmeringsmiddelen. [3] 
    • Hoewel hij zegt trouw te zijn gebleven tijdens zijn huwelijken, heeft Hefner in totaal wel met 'duizenden vrouwen' het bed gedeeld. Vanwege zijn leeftijd was daar wel een flinke lading Viagra-pillen voor nodig, maar het Playboy-icoon vond dat niet meer dan logisch. [4] 
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen