vestigingsplaats
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ves·ti·gings·plaats
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vestigingsplaats | vestigingsplaatsen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- plaats, gemeente van vestiging (van een bedrijf)
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord vestigingsplaats staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.