verzotten
- ver·zot·ten
verzotten [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verzotten |
verzotte |
verzot |
zwak -t | volledig |
- verliezen van het gezonde verstand, dwaas en idioot worden
- te verliefd of idolaat van iets of iemand worden
- iemand voor de gek houden
- Het woord 'verzotten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verzotten" herkend door:
69 % | van de Nederlanders; |
72 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be