verzengen
- ver·zen·gen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verzengen |
verzengde |
verzengd |
zwak -d | volledig |
verzengen
- overgankelijk: door zengen beschadigen
- De onverbiddelijke zon verzengde het graan.
- ergatief: door zengen beschadigd worden
- Het graan verzengde in de hete zon.
- Het woord verzengen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verzengen" herkend door:
75 % | van de Nederlanders; |
70 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be