Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·zeng·de

Werkwoord

vervoeging van
verzengen

verzengde

  1. enkelvoud verleden tijd van verzengen
    • Ik verzengde. 
    • Jij verzengde. 
    • Hij, zij, het verzengde. 
  2. verbogen vorm van verzengd, voltooid deelwoord van verzengen