• ver·ze·ker bij
vervoeging van
bijverzekeren

verzeker (...) bij

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijverzekeren
    • Ik verzeker bij. 
  2. gebiedende wijs van bijverzekeren
    • Verzeker bij! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijverzekeren
    • Verzeker je bij?