• ver·zei·len
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verzeilen
verzeilde
verzeild
zwak -d volledig

verzeilen

  1. ergens terecht komen
     Vloekend dat ik weer in zo’n onaangename situatie was verzeild, daalde ik strompelend hetzelfde pad af dat ik een uur geleden had beklommen.[1]
87 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be