verzegelen
- Geluid: verzegelen (hulp, bestand)
- ver·ze·ge·len
verzegelen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verzegelen |
verzegelde |
verzegeld |
zwak -d | volledig |
- officieel sluiten, hermetisch afsluiten zodat er niets meer door kan
- Het idee dat je duizenden kilometers Middellandse Zee kunt verzegelen is een illusie, tenzij je een soort Noord-Korea wilt worden. (Marc Leijendekker NRC 9 oktober 2013)
- een verhouding bevestigen door officiele overeenkomsten, bekrachtigen, bezegelen, onderstrepen
- TTIP moet de banden tussen Amerika en Europa verzegelen in een steeds onoverzichtelijker en anarchistischer wereld. (Maarten Schinkel NRC 15 oktober 2015)
- Het woord verzegelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verzegelen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be