Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·wen·ne·rij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verwennerij verwennerijen
verkleinwoord verwennerijtje verwennerijtjes

Zelfstandig naamwoord

de verwennerijv

  1. iets waarmee iemand heel blij van wordt; iets waarmee je iemand heel blij kunt maken; het iemand (te veel) naar de zin maken
    • Hij lijkt oud, maar schijn bedriegt. Amper zeven jaar geleden is De Hoop opgeleverd; een juweel in de skyline van het vissersdorp. Hij wordt deze donkere winteravond gevangen in maanlicht, prachtig. Een verrassende verwennerij bij aankomst, maar onze hoop is uiteraard vooral gevestigd op de brigade van de bijbehorende brasserie. [2] 
    • Wat doe je als vader als je een dag met je dochters hebt in Marbella? Juist, naar de beautysalon. Bas Smit, de man van Nicolette van Dam, nam zijn twee meisjes mee voor een paar uurtjes verwennerij. 'Dit kan alleen in Marbella...', reageert een fan die er de humor wel van inziet. [3] 
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen