verwasemen
- Geluid: verwasemen (hulp, bestand)
- ver·wa·se·men
verwasemen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verwasemen |
verwasemde |
verwasemd |
zwak -d | volledig |
- een vloeistof laten overgaan in een damp
- (figuurlijk) iets laten verdwijnen
- Zijn eenig vermaak is des avonds in het koffiehuis of in de herberg te zitten en zich daar onder eene domme samenspraak zoodanig met bier op te vullen, dat alle fijnheid uit zijne hersens zou verwasemen, hadde hij ooit eenige fijnheid van geest bezeten..... En het is aan zulken man, dat gij uwe dochter Hermina wilt geven?’ [1]
- [1] verdampen, vervliegen, vervluchtigen
- Het woord verwasemen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ (1912)–Hendrik Conscience De burgers van Darlingen