Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·vlie·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vervliegen
vervloog
vervlogen
klasse 2 volledig

Werkwoord

vervliegen

  1. ergatief in damp opgaan, snel verdwijnen.
    • Wat is de tijd snel vervlogen! 
    • De ether was aan het vervliegen 

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be