• ver·vrou·we·lij·ken

vervrouwelijken [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vervrouwelijken
vervrouwelijkte
vervrouwelijkt
zwak -t volledig
  1. vrouwelijk maken of worden van iets dat mannelijk was
    • Hoewel het kiezen voor een vrouwelijke titel bedoeld is om gelijkheid te creëren, werkt het dus alleen maar discriminatie van vrouwen in de hand. Onderzoeksleider (of -leidster) Formanowicz van de Poolse universiteit van Warschau zag dat het vervrouwelijken van de taal de dames zichtbaarder maakte. [2] 
    • De mannelijke vissen vervrouwelijken omdat er zo veel niet af te breken vrouwelijke hormonen uit de synthetische pil in het oppervlaktewater zitten. [3] 



  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. De Telegraaf SHARDA VAN DER HELM 05 feb. 2013 Vrouwelijke functietitel schrikt af
  3. De Telegraaf 07 nov. 2013 'Onzichtbare mestvaalt'