vertegenwoordigend

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·te·gen·woor·di·gend

Werkwoord

vervoeging van: vertegenwoordigen
verbogen vorm: vertegenwoordigende

vertegenwoordigend

  1. onvoltooid deelwoord van vertegenwoordigen
stellend
onverbogen vertegenwoordigend
verbogen vertegenwoordigende
partitief vertegenwoordigends

Bijvoeglijk naamwoord

vertegenwoordigend

  1. bestuurders die na verkiezing zijn benoemd
    • Iedere Nederlander heeft gelijkelijk recht de leden van algemeen vertegenwoordigende organen te verkiezen alsmede tot lid van deze organen te worden verkozen, behoudens bij de wet gestelde beperkingen en uitzonderingen.(Grondwet Artikel 4) 
  2. sprekend en handelend in naam van en in de geest van diegenen die iemand vertegenwoordigd

Gangbaarheid