verstuwen
- ver·stu·wen
verstuwen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verstuwen |
verstuwde |
verstuwd |
zwak -d | volledig |
- verwerken, afhandelen
- Ik heb de stukken voor De Sm. M. ontvangen en gelezen. Laat ik alles nu maar naar Querido doorzenden, want het is wel aardig als er ook ongepubliceerde stukken in staan en ik moet erg veel copie verstuwen deze maanden. [1]
- verplaatsen van lading op een schip
- Het woord verstuwen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verstuwen" herkend door:
80 % | van de Nederlanders; |
71 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ NRC Den Haag, 29 juni 1934 Menno ter Braak aan E. du Perron
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be