verspuiten
- Geluid: verspuiten (hulp, bestand)
- IPA: / vərˈspœytə(n) / (3 lettergrepen)
- ver·spui·ten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verspuiten |
verspoot |
verspoten |
klasse 2 | volledig |
verspuiten
- overgankelijk met behulp van een hogedrukspuit als dunne laag aanbrengen
- De gele verf werd over het oppervlak verspoten.
- Het woord 'verspuiten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.