verslampampen
- ver·slam·pam·pen
- afgeleid van slampampen met het voorvoegsel ver-
verslampampen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verslampampen |
verslampampte |
verslampampt |
zwak -t | volledig |
- weker, slapper, duffer en luier worden
- In muffe, duffe kroeg bij bier- en tabakdampen
Het helder, stralend denken verslampampen; [2]
- In muffe, duffe kroeg bij bier- en tabakdampen
- verkwisten, verspillen, verlummelen
- Het woord verslampampen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verslampampen" herkend door:
43 % | van de Nederlanders; |
26 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ (1899)–Raf Verhulst Langs groene hagen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be