verruwen
- ver·ru·wen
verruwen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verruwen |
verruwde |
verruwd |
zwak -d | volledig |
- ruwer maken wat eerst glad was
- onbeschaafder, gewelddadiger worden
- Door de komst van Twitter en Facebook kan iedereen zonder filter van alles online zetten. Het is gemakkelijker geworden om anderen te beschadigen met nepnieuws, beschuldigingen of dreigementen als ‘ik weet je te vinden’. Tegenover die verruwing van de media zijn we terughoudender geworden. Je hoeft niet alles te zeggen, vinden we.”[1]
- Zijn dat dezelfde 'gewone Nederlanders'die in Buma's ogen zo vaak worden verward met 'de boze burger wiens baan is vergeven aan een immigrant'? De boze burger die 'de verruwing van de samenleving met grof geweld zijn huiskamer ziet binnenkomen via de televisie'en die verweesd achterbleef 'toen de elite er met zijn vrijheid en gelijkheid vandoor ging en ze aan nieuwkomers gaf'?[2]
- Het woord verruwen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verruwen" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Tubantia Hanneke van Houwelingen 12-DECEMBER-2017
- ↑ Volkskrant Raoul du Pre 13 oktober 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be