• ver·nuft

het vernufto

  1. vindingrijkheid; inventiviteit
  2. verstand, intelligentie
96 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[4]


vernuft o

  1. ontvangen van informatie, vernemen
  2. met het verstand waarnemen, begrijpen


vernuft, o

  1. ontvangen van informatie, vernemen
  2. met het verstand waarnemen, begrijpen