vermiste
- ver·mis·te
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vermiste | vermisten |
verkleinwoord | - | - |
de vermiste m
- iemand waarvan het niet zeker is wat ermee gebeurd is tijdens een ongeval, gevecht of andere tijd van levensgevaar
- Een woordvoerder van de eigenaar van de elektriciteitscentrale bevestigde de acht doden maar zei dat er zeven gewonden waren gevallen. Hij noemde geen aantallen vermisten.
vermiste
- verbogen vorm van de stellende trap van vermist
vervoeging van |
---|
vermissen |
vermiste
- enkelvoud verleden tijd van vermissen
- Ik vermiste.
- Jij vermiste.
- Hij, zij, het vermiste.
- Ik vermiste.
- verbogen vorm van vermist, voltooid deelwoord van vermissen
- Het woord vermiste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vermiste" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be