Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·mis·ten

Zelfstandig naamwoord

de vermistenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord vermiste

Werkwoord

vervoeging van
vermissen

vermisten

  1. meervoud verleden tijd van vermissen
    • Wij vermisten. 
    • Jullie vermisten. 
    • Zij vermisten.