• ver·lies·loos
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen verliesloos verlieslozer verliesloost
verbogen verliesloze verlieslozere verlieslooste
partitief verliesloos verlieslozers -

verliesloos

  1. zonder verlies
    • Het elftal had een verliesloos seizoen achter de rug. 
  2. zonder dat de kwaliteit achteruitgaat
    • Coderen in MP3 of JPEG is niet verliesloos.