verlanden
- ver·lan·den
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verlanden |
verlandde |
verland |
zwak -d | volledig |
verlanden
- ergatief door aanslibbing tot land worden
- ▸ Eerst in 1522, toen het vaarwater der Geleede geheel verlandde, werd aan de Regeering van Dordrecht bevolen een nieuw tolhuis te bouwen, wat geschiedde en tot in de achttiende eeuw aldus bleef.[1]
- Het woord verlanden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron Dalen, J.L. van“Geschiedenis van Dordrecht” (1931-1933), Morks