Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·koop uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitverkopen

verkoop (…) uit

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitverkopen
    • Ik verkoop uit. 
  2. gebiedende wijs van uitverkopen
    • Verkoop uit! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitverkopen
    • Verkoop je uit? 

Gangbaarheid