verkiezingsschandaal

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·kie·zings·schan·daal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verkiezingsschandaal verkiezingsschandalen
verkleinwoord verkiezingsschandaaltje verkiezingsschandaaltjes

Zelfstandig naamwoord

het verkiezingsschandaalo

  1. schandaal tijdens of in verband met verkiezingen

Gangbaarheid