Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·keers·mi·nis·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verkeersminister verkeersministers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de verkeersministerm

  1. (beroep) (politiek) een minister in een kabinet die zich bezig houdt met verkeer en transport
    • De verkeersminister nam maatregelen om het inkomen van mensen in de transportsector te garanderen. 
Hyperoniemen
Verwante begrippen